Artikel 2, lid 1 van de Wkkgz bepaalt dat de zorgaanbieder goede zorg aan moet bieden. Onder goede zorg wordt in lid 2 verstaan, zorg van goede kwaliteit en van goed niveau.
In vervolg op artikel 2 (Goede zorg) bepaalt artikel 3 Wkkgz wat de zorgaanbieder hiervoor moet doen.
In artikel 4 van de Wkkgz worden aan een zorginstelling 2 verplichtingen opgelegd, namelijk:
Indien jouw bezwaarschrift tegen de aan jou opgelegde aanslag door de belastingdienst wordt afgewezen, dan heb je nog de mogelijkheid om beroep in te stellen bij rechter.
In dit onderdeel (BTW-vrijstellingen) worden de BTW-vrijstellingen behandeld die van toepassing zijn op de zorgverleners. In onderdeel Omzetbelasting (BTW) is aangegeven dat niet de ondernemer is vrijgesteld van BTW, maar de diensten.
Vrijgesteld is het verzorgen en verplegen van in een inrichting opgenomen personen en de handelingen die daarmee nauw samenhangen (artikel 11, lid 1, letter c Wet OB).
Om in aanmerking te komen voor de medische vrijstelling bepaalt de wet Omzetbelasting dat het moet gaan om diensten die behoren tot de gezondheidskundige verzorging (met een therapeutisch doel) van een individuele patient.
De medische vrijstelling kan ingevolge art. 11, lid 1, onderdeel g., onder 1°, sub a Wet OB alleen worden toegepast als het gaat om:
Een dienst die buiten de toepassing van de Wet BIG valt, kan op grond van het Europeesrechtelijke neutraliteitsbeginsel, volgens het Hof van Justitie toch onder de medische vrijstelling vallen.
Vrijgesteld van omzetbelasting zijn de diensten:
Deze vrijstelling is van toepassing op zorg die wordt verleend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) (artikel 11, lid 1, letter g, sub 3 Wet OB).
De Kroon Adviseurs gebruikt cookies om de gebruikers ervaring van de website te verbeteren.