Ondernemer voor de Omzetbelasting
In de omzetbelasting is nooit de ondernemer vrijgesteld, maar de diensten die hij verricht.
Dus eerst moet vastgesteld worden of de zorgverlener ondernemer is voor de omzetbelasting.
Dit wordt bepaald in artikel 7 van de Wet op de Omzetbelasting.
Het komt er kort op neer dat ook bij de omzetbelasting geen sprake mag zijn van ondergeschiktheid. De zorgverlener moet zelfstandig zijn beroep kunnen uitoefenen.
Als de zorgverlener zelfstandigheid geniet én hij neemt deel aan het economisch verkeer (daar is al snel sprake van), dan wordt hij aangemerkt als een ondernemer voor de Omzetbelasting.
De zorgverlener krijgt dan een BTW-nummer. Dus ook als de zorgverlener vrijgestelde diensten verricht!
Niet zelfstandig: dan geen ondernemer voor de Omzetbelasting
Het voorgaande betekent ook dat als een zorgverlener niet zelfstandig zijn beroep uitoefent, maar ondergeschikt is aan zijn opdrachtgever(s), hij niet wordt aangemerkt als ondernemer voor de omzetbelasting. Men komt in deze situatie derhalve niet toe aan toepassing van de omzetbelasting. Er wordt in deze situatie dan uiteraard geen omzetbelasting in rekening gebracht (wel zal er in geval van ondergeschiktheid sprake zijn van loonheffingen, te betalen door de opdrachtgever).
Vrijgestelde diensten
Dus eerst moet beoordeeld worden of de zorgverlener een zelfstandige zorgverlener is én deelneemt aan het economische verkeer. Vervolgens en alleen pas dan komt de vraag naar voren of de diensten die de zorgverlener verricht belast zijn met Omzetbelasting of zijn vrijgesteld.
Uitgangspunt van de Omzetbelasting is dat elke ondernemer voor de door hem verrichte diensten omzetbelasting in rekening dient te brengen aan zijn opdrachtgever(s). Vrijstellingen van diensten zijn dus een uitzondering op dit uitgangspunt (en worden daarom ook beperkt uitgelegd door de rechter).
Zoals hiervoor aangegeven: in de omzetbelasting is niet de ondernemer vrijgesteld van omzetbelasting maar de diensten die de BTW-ondernemer verricht.
De vrijstellingen van bepaalde diensten zijn neergelegd in artikel 11 van de Wet op de Omzetbelasting, in het bijzonder voor de zorgverlener lid 1, letters c en g.
De vrijstellingen en de zorgverlener
Indien de werkzaamheden die de zorgverlener verricht worden omschreven in één van de bepalingen in artikel 11 Wet OB, dan zijn deze in beginsel vrijgesteld van Omzetbelasting, d.w.z. hij stuurt een rekening voor zijn zorgvergoeding zonder Omzetbelasting naar zijn opdrachtgever.
Veel zorgverleners, zoals verpleegkundigen, gaan er van uit dat zij dan in alle gevallen vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Dat is echter NIET het geval! Zelfs als hun diensten kunnen worden aangemerkt als diensten die vallen onder artikel 11 Wet OB, dan kan het toch zijn dat zij Omzetbelasting verschuldigd zijn.
Deze situatie doet zich vooral voor als de zorgverlener zijn opdracht uitoefent door middel van een zorgbemiddelingsbureau.
Zorgbemiddelingsbureau verricht zuivere bemiddeling
Als het zorgbemiddelingsbureau uitsluitend zuivere bemiddelingswerkzaamheden verricht dan is er niets aan de hand: het bemiddelingsbureau bemiddelt slechts tussen de zorgverlener en de zorginstelling. De opdrachtovereenkomst tot zorg komt tot stand tussen zorgverlener en zorginstelling en het bemiddelingsbureau is daar in het geheel geen partij. De zorgverlener factureert aan de zorginstelling en/of zorgvrager zonder BTW in rekening te brengen.
Zorgbemiddelingsbureau is ook opdrachtgever: alsnog BTW-plichtig
Echter wat in de praktijk vaak gebeurt, is dat de zorginstelling een opdrachtovereenkomst aangaat met het zorgbemiddelingsbureau en niet met de zorgverlener.
Vervolgens gaat het bemiddelingsbureau een opdrachtovereenkomst aan met de zorgverlener.
Er komt dan niet rechtstreeks een opdrachtovereenkomst tot zorg tot stand tussen de zorgverlener en de zorginstelling.
In deze situatie factureert de zorgverlener aan het bemiddelingsbureau en niet rechtstreeks aan de zorginstelling. In dat geval dient de zorgverlener aan het bemiddelingsbureau te factureren MET omzetbelasting!
Dit kan dus financieel pijnlijk zijn voor de zorgverlener want hij verliest dan 21% van zin omzet, omdat hij immers 21% van wat hij ontvangen heeft alsnog moet afdragen aan de belastingdienst.
Omzetbelasting en zorgverlener: complexe materie
Een zorgverlener kan in de praktijk met meerdere en verschillende opdrachten te maken krijgen.
Een zorgverlener kan in één kalanderjaar te maken krijgen met:
1. Een opdracht die hij uitvoert als werknemer: sprake van een dienstbetrekking, dus wel loonheffingen, maar geen BTW;
2. Een opdracht die hij rechtstreeks uitvoert als zelfstandige bij een zorginstelling of zorgvrager:
geen loonheffingen én geen BTW;
3. Een opdracht die hij rechtstreeks uitvoert als zelfstandige bij een zorginstelling via een zuivere bemiddelingsovereenkomst met een bemiddelingsbureau: geen loonheffingen én geen BTW;
4. Een opdracht die hij uitvoert bij een zorginstelling via een opdrachtovereenkomst met het bemiddelingsbureau waarbij sprake is van tussenkomst en waarbij de zorgverlener zelfstandig is: geen loonheffingen maar wel BTW;
5. Een opdracht die hij uitvoert bij een zorginstelling via een opdrachtovereenkomst met het bemiddelingsbureau waarbij sprake is van tussenkomst en waarbij de zorgverlener niet aangemerkt kan worden als zelfstandige: wel loonheffingen maar geen BTW;
En dan hebben we hier nog niet alle varianten besproken, die wij in de praktijk tegenkomen. Het moge duidelijk zijn dat de materie complex en per opdracht kan verschillen.
Wijziging uitgangspunt
In de zorgsector en met name bij verpleegkundigen wordt er in beginsel van uitgegaan dat zij vrijgesteld zijn van omzetbelasting. In de praktijk blijkt eigenlijk, zoals hiervoor aangegeven, het tegendeel waar te zijn.
Bij een juiste constatering van de feitelijke situatie blijkt dat bijna iedere zorgverlener wel een opdracht heeft waar hij BTW over verschuldigd is. Als daar in zijn opdrachtovereenkomst geen rekening mee wordt gehouden verliest hij daarover 21% omzet, want dat bedrag moet hij afdragen aan de belastingdienst omdat hij alsnog BTW verschuldigd is.
Ons standpunt is daarom dat ook bij zorgverleners het uitgangspunt gewijzigd zou moeten worden in die zin dat in beginsel elke zorgverlener geheel of gedeeltelijk BTW-plichtig is en dat een zorgverlener er dus rekening mee moet houden dat de kans groot is dat zij BTW moet afdragen aan de belastingdienst.
Extra complicatie: de BTW-splitsing
De zorgverlener is in de praktijk derhalve vaak BTW verschuldigd over zijn omzet, geheel of gedeeltelijk. En hier komt dan nog een extra complicatie bij. Immers als een gedeelte van zijn omzet is vrijgesteld en een gedeelte is belast, dan dient er ook in de kosten pro rata een splitsing te worden gemaakt. Als 60% vrijgesteld is en 40% belast dan dient de voorbelasting in de kosten ook in die verhouding in aftrek te worden gebracht. Dus als de kosten inclusief 21% BTW € 1.210 bedragen en de voorbelasting dus € 210, dan is slechts 40% x € 210 = € 84 aftrekbaar als voorbelasting. Dit betekent dat hier ook rekening dient te worden gehouden in uw boekhouding. Voor zorgverleners is daarom door De Kroon Adviseurs een speciale boekhoudmodule ontwikkeld die daar automatisch rekening mee houdt (zie ook www.dekroon-zorgondernernemer.nl).
Elke opdracht is anders
Het probleem bij de zorgverlener is dat elke situatie en elke opdracht anders kan zijn dan de vorige.
- hoe zijn de risico’s en aansprakelijkheden voor de zorgverlener voortvloeiende uit het zorgcontract;
- is de zorgverlener bij deze opdracht zelfstandig of ondergeschikt:
- is de zorgverlener fiscaal ondernemer of niet en heeft hij recht op de ondernemersfaciliteiten
- is de zorgverlener voor deze opdracht BTW-plichtig of niet?
Dit zijn belangrijke vragen met grote fiscale en juridische gevolgen
Eigenlijk dient door elke zorgverlener vooraf bij het aangaan van een opdracht advies te worden ingewonnen van een fiscaal of juridisch adviseur.