Op het moment dat de te verwachten pensioeninkomsten uit de eerste 2 pijlers (AOW en/of werknemerspensioen) onvoldoende zijn om na uw pensionering goed verder te kunnen leven, biedt de belastingdienst de mogelijkheid om zelf voor een aanvullend pensioen te zorgen.
Pensioensparen
Dit kan door periodiek (of eenmalig) een bedrag op een bankspaarrekening te storten waarmee vermogen opgebouwd wordt dat na pensionering kan dienen als extra inkomstenbron (pensioensparen).
Bij pensioensparen moet u geld storten op een geblokkeerde bankrekening. Dit betekent dat u het geld er niet van af kan halen. Het geld staat vast tot de datum dat het wordt uitgekeerd.
Lijfrente
Of u betaalt periodiek (of eenmalig) een bedrag als premie voor de opbouw van een lijfrentekapitaal. Een lijfrente sluit u af om extra pensioen op te bouwen of om eerder met pensioen te gaan. Een lijfrente is een verzekeringsproduct (of een bankspaarproduct; vergelijkbaar met pensioensparen) waarbij u periodiek of éénmalig geld inlegt om later een periodieke uitkering te krijgen.
Belastingvoordeel
Betaalde premies fiscaal aftrekbaar
Zowel de pensioenspaarpremies als de lijfrentepremies zijn fiscaal aftrekbaar van uw inkomen. Uw betaalt daardoor minder inkomstenbelasting.
Vermogen belastingvrij
Door de betaalde premies bouwt u een vermogen op. Dit vermogen valt zowel bij pensioensparen als bij de lijfrente niet in Box 3. Dus het opgebouwde vermogen blijft onbelast.Uitkeringen wel belast, maar tegen laag tarief
Daarentegen zijn de uitkering gedaan uit pensioenspaarvermogen of lijfrentekapitaal zijn wél belast. Echter deze uitkeringen worden normaal gesproken gedaan als u uw AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt. De uitkeringen worden dan tegen een lager tarief belast.
Begrenzing fiscale aftrekbaarheid pensioensparen en lijfrente
De storting op een pensioenspaarrekening en de betaalde lijfrentepremies zijn echter niet onbeperkt fiscaal aftrekbaar. De pensioenstortingen en de lijfrentepremies zijn slechts aftrekbaar tot een bepaald bedrag. De stortingen en premies zijn namelijk aftrekbaar indien en voor zover er bij u sprake is van een pensioentekort.
De maximale aftrek wordt bepaald door de berekening van de jaarruimte en de reserveringsruimte.
Afkoop lijfrente
Het afkopen van een lijfrente kan zeer nadelige fiscale gevolgen hebben. De belastingheffing kan namelijk oplopen tot 69,50 %.
Allereerst wordt namelijk het uitgekeerde lijfrentebedrag belast in Box 1, dus tegen het normale progressieve tarief van 36,93% (schijf 1) en 49,5% (schijf 2).
Daarnaast dient u echter ook nog revisierente te betalen. De hoogte van deze revisierente bedraagt 20%. Dus in het ergste geval betaalt u de voornoemde 69,% (49,5% IB + 20% revisierente) en in het meeste gunstige geval betaalt u 56,93% (36,93% IB + 20% revisierente.
Het is dus zeer ongunstig om een lijfrente af te kopen en is alleen te overwegen als u het geld echt nodig.
Vrijstelling afkoop lijfrente Regeling afkoop kleine lijfrente
De afkoop van uw lijfrente wordt niet belast als u beneden de vrijstellingsgrens blijft. De vrijstellingsgrens bedraagt € 4.898.
Meerdere pensioenrekeningen
Heeft u bij verschillende aanbieders een dergelijke lijfrente opgebouwd en is het totale bedrag dat u samen op die rekeningen heeft staan hoger dan €4.898, maar is de waarde die u bij een bepaalde partij heeft staan afzonderlijk wel lager dan €4.898? Dan kunt u voor die lijfrente gebruikmaken van de Regeling afkoop kleine lijfrente.
Voorbeeld
U heeft bij verzekeraar Interpolis een lijfrente met een waarde van €4.000 en bij een andere partij een lijfrente met een waarde van €4.300. De totale waarde komt dan boven €4.898 uit, maar u kunt bij zowel Interpolis als de andere partij gebruikmaken van de regeling afkoop kleine lijfrente. Dat komt omdat de waarde van iedere lijfrente afzonderlijk lager ligt dan €4.898. Als u beide rekeningen bij Interplolis had aangehouden, had u géén gebruik kunnen maken van deze regeling.