Indienen bezwaarschrift


Bezwaartermijn
Een bezwaarschrift moet binnen een termijn van 6 weken worden ingediend bij de belastingdienst.
Deze termijn begint te lopen op de dag ná de dagtekening van de belastingaanslag.
Dus als de aanslag is gedagtekend op 1 oktober, dan begint de termijn te lopen op 2 oktober. Het bezwaarschrift moet dan verzonden zijn uiterlijk op 12 november.

Tijdstip van indiening
Het gaat bij de bezwaartermijn dus niet om het tijdstip waarop de belastingdienst het bezwaarschrift ontvangt, maar om het tijdstip waarop het bezwaarschrift wordt verzonden (ter post wordt bezorgd).

Aangetekend verzenden
Wij verzenden een bezwaarschrift altijd aangetekend. Ten eerste staat daarmee het tijdstip van verzenden vast. Ten tweede voorkom je hiermee dat de belastingdienst kan ontkennen, dat zij het bezwaarschrift heeft ontvangen. Als je het bezwaarschrift niet aangetekend hebt verstuurd, dan kan je niet bewijzen dat je het bezwaarschrift hebt verstuurd. Als de bezwaartermijn dan inmiddels verstreken is, dan blijft de aanslag in stand en moet je alsnog het bedrag van de belastingaanslag betalen.

Doorzendverplichting
Een bezwaarschrift kan per ongeluk worden ingediend bij een verkeerde belastingafdeling of naar een verkeerd adres van de belastingdienst. In dat geval moet het belastingkantoor/- afdeling de datum van ontvangst op het bezwaarschrift aantekenen en het zo spoedig mogelijk doorsturen naar de juiste afdeling. De indiener wordt hiervan op de hoogte gesteld. Het tijdstip van indiening bij de onbevoegde afdeling is bepalend voor de vraag of het bezwaar tijdig is ingediend.

Na ontvangst van een bezwaarschrift is de inspecteur verplicht een ontvangstbevestiging aan de indiener van het bezwaar te sturen.

 

 

 

Behandeling van het bezwaar

 

Het bezwaarschrift moet worden behandeld door een andere ambtenaar dan degene die de aanslag waartegen bezwaar wordt gemaakt, heeft vastgesteld. 

Door het bezwaar wordt de gehele aanslag ‘opengebroken’: het is niet zo dat alleen naar de bezwaargronden hoeft te worden gekeken, de inspecteur kan ook andere elementen van de aanslag aan de orde stellen. De inspecteur mag zelfs in beginsel de aanslag handhaven op grond van argumenten die afwijken van het standpunt dat hij bij het opleggen van de aanslag heeft ingenomen. Dat kan er echter nooit toe leiden dat de aanslag hoger wordt. De inspecteur moet zich bij de belastingheffing houden aan beginselen van behoorlijk bestuur. 

De inspecteur kan in de bezwaarfase de belastingplichtige (oproepen om te)  verzoeken informatie te verstrekken. Het stellen van vragen rekt de beslistermijn niet op, tenzij sprake is van een informatiebeschikking ex art. 52a AWR. In dat geval wordt de termijn wél verlengd.

Horen
De inspecteur moet de indiener van het bezwaarschrift in de gelegenheid stellen te worden gehoord, voordat hij uitspraak op het bezwaarschrift doet. In de uitnodiging voor het hoorgesprek moet de inspecteur ook aangeven dat het dossier ter inzage beschikbaar is. Het initiatief voor het horen van de belanghebbende ligt bij de inspecteur. Als de belanghebbende niet reageert op de uitnodiging, neemt de inspecteur contact met hem op. Aan het horen is een inzagerecht in het dossier gekoppeld.

Als de belanghebbende gehoord wil worden, is het raadzaam daar uitdrukkelijk om te verzoeken.
Er staan geen scherpe sancties op het schenden van de hoorplicht door de belastingdienst, dus is het aan te raden zelf initiatief te nemen om te worden gehoord. Bovendien wordt dan de inzage in het dossier verzekerd.

Van het horen kan door de belastingdienst worden afgezien als belanghebbende niet binnen een door het belastingdienst gestelde redelijke termijn heeft verklaard van zijn hoorrecht gebruik te willen maken. Dat betekent dat in zo’n geval ook het inzagerecht wordt verspeeld.

Het inzagerecht voor het horen
Het inzagerecht is gekoppeld aan het horen. Ziet belanghebbende af van het horen, dan heeft hij geen recht op inzage. Omgekeerd betekent een schending van de hoorplicht door het bestuursorgaan dus ook automatisch dat het inzagerecht is geschonden.

Tenzij de belanghebbende afziet van zijn inzagerecht, legt de belastingdienst het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste één week voor de belanghebbenden ter inzage. Bij de oproep voor het horen moet de Belastingdienst de belanghebbende hierop wijzen en vermelden waar en wanneer de stukken ter inzage liggen. Wil de belanghebbende kopieën hebben, dan kan dat tegen ten hoogste de kosten daarvan.


Motivering bezwaarschrift

Een bezwaarschrift moet gemotiveerd zijn. Als een bezwaarschrift niet gemotiveerd is, dan wordt het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard, dat wil zeggen de belastingdienst kan niet tot een inhoudelijk oordeel komen (immers het bezwaarschrift is niet gemotiveerd) en het bezwaar wordt dan afgewezen.

De motivering is het belangrijkste van het bezwaarschrift en dient, wil u resultaat behalen, gedaan te worden door een belastingadviseur.

 

 

 

Uitspraak op bezwaarschrift

 

Beslistermijn
De belastingdienst dient binnen 6 weken na het verstrijken van de bezwaartermijn uitspraak doen op het bezwaarschrift (de beslistermijn). Deze (beslis)termijn kan verder éénzijdig door de belastingdienst nog één maal verlengd worden met nog eens 6 weken. Verder kan de beslistermijn verlengd worden indien de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt.

Ingebrekestelling
Neemt de belastingdienst binnen de beslistermijn geen beslissing, dan kan de belastingdienst schriftelijk in gebreke worden gesteld en/of kan beroep worden ingesteld tegen de fictieve weigering een besluit te nemen. Beslist de belastingdienst niet binnen twee weken na ontvangst van de schriftelijke ingebrekestelling, dan kan dat een dwangsom tot gevolg hebben. 


De uitspraak
De uitspraak op bezwaar wordt bekendgemaakt door toezending of uitreiking. In de uitspraak kan de belastingdienst het bezwaarschrift:

  • niet-ontvankelijk verklaren
  • inhoudelijk afwijzen of
  • het bezwaar geheel of gedeeltelijk toewijzen.

De uitspraak is altijd schriftelijk en dient eveneens gemotiveerd te zijn.

 

 

Vergoeding kosten rechtsbijstand

De kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken kunnen worden vergoed. Het gaat meestal om kosten van professionele (‘beroepsmatige’) rechtsbijstand.  Voor de vergoeding gelden twee belangrijke voorwaarden.

  • Het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
  • Het verzoek moet zijn gedaan vóórdat het bestuursorgaan op het bezwaar heeft beslist.

De hoogte van de vergoeding van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand wordt in beginsel forfaitair vastgesteld. Alleen als de inspecteur ‘tegen beter weten in’ heeft volhard in zijn standpunt kan recht bestaan op vergoeding van (een deel van) de integrale kosten van rechtsbijstand. Bij bezwaar zal dit niet voorkomen, tenzij de inspecteur bijvoorbeeld de aanslag evident onjuist, tegen beter weten in, heeft gecorrigeerd.

 

 

  • 25+ jaar ervaring
  • Compleet dienstenpakket
  • Persoonlijke & innovatieve aanpak
  • Op maat gemaakt advies
de kroon adviseurs
Download het gratis e-book
Download het gratis e-book
Hallo, waarmee kunnen we je helpen?