In artikel 4 van de Wkkgz worden aan een zorginstelling 2 verplichtingen opgelegd, namelijk:
- de vergewisplicht ten aanzien van nieuwe zorgverleners en
- de verplichting om bij zelfstandige zorgverleners bepaalde verplichtingen door te contracteren.
a. Vergewisplicht ten aanzien van nieuwe werknemers
Op grond van deze bepaling is een zorginstelling verplicht te onderzoeken of bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst/uitzendovereenkomst met een nieuwe zorgverlener, deze nieuwe zorgverlener wel geschikt is voor de functie. De vergewisplicht geldt dus niet voor zorgverleners die reeds werkzaam zijn voor de zorginstelling
De zorginstelling kan op diverse manieren onderzoeken of een nieuwe zorgverlener geschikt is:
- Navraag doen bij eerdere werkgevers (opvragen van referenties).
- Het laten overleggen van een verklaring omtrent gedrag (VOG). Voor zorginstellingen in het kader van de WLZ of intramurale GGZ is het verplicht om over een VOG te beschikken van een nieuwe zorgverlener.
- Het BIG-register of een ander register van de beroepsgroep raadplegen.
- Het Waarschuwingenregister zorg en welzijn raadplegen (maar dit is alleen toegankelijk voor de branches VVT, GGZ en GHZ en instellingen die aangesloten zijn).
- Navraag doen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
- Diploma’s en getuigschriften verifiëren.
DIt onderzoek moet gedaan worden vóórdat een nieuwe zorgverlener een arbeids- of uitzendovereenkomst afsluit bij de zorginstelling.
De IGJ houdt aantekening van het (gemelde) disfunctioneren van zorgverleners.
De Wkkgz verplicht de IGJ aan zorgaanbieders in het kader van het antecedentenonderzoek zo spoedig mogelijk mede te delen of ten aanzien van een zorgverlener een dergelijke aantekening bestaat.
b. Doorcontracteren bij zelfstandige zorgverlener
Doorzetten verplichtingen
Wanneer de zorgaanbieder zorg door anderen doet verlenen, of gezamenlijk zorg verleent, is de zorgaanbieder uiteindelijk verantwoordelijk voor de gang van zaken bij en de kwaliteit van de zorgverlening door die andere personen. Omdat de wet zich tot de zorgsintelling richt, is het aan de zorginstelling om ervoor te zorgen dat degenen die hij de zorg ‘doet verlenen’ zich ook door de verplichtingen uit hoofde van de Wkkgz en andere wetten, zowel jegens de cliënt als het bestuur en toezicht, laten leiden.
Voor personen in dienstverband is dat dienstverband voldoende basis voor het geven van aanwijzingen en opdrachten.
Om voor personen die op basis van een toelatingscontract, een samenwerkingsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht werken, over deze verantwoordelijkheden geen onduidelijkheid te laten bestaan, draagt de wetgever in artikel 4, lid 1, letter b de zorgaanbieder op dat hij met die natuurlijke personen of rechtspersonen een zodanige overeenkomst sluit, dat gewaarborgd is dat zij zich laten leiden door de op de zorgaanbieder rustende wettelijke verplichtingen en door de regels die de zorgaanbieder heeft vastgesteld omtrent de zorgverlening. Met deze regels wordt gedoeld op de regels die gelden binnen het instellingsverband.
Waarborgen: aanwijzingen en verantwoording
De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop hij deze waarborgen in die overeenkomst vorm geeft. Het zal nodig zijn dat een dergelijke overeenkomst in ieder geval voorziet in de mogelijkheid voor de zorgaanbieder om aanwijzingen te geven van financiële of van organisatorische aard en ter bevordering van de orde en de goede gang van zaken omtrent de uitvoering van de te verlenen zorg en ook dat de zorgaanbieder de overeenkomst kan opzeggen wanneer sprake is van ernstig disfunctioneren.
Ook is het dienstig afspraken vast te leggen over het afleggen van verantwoording. Hoewel die taak al voortvloeit uit de bepalingen waarbij de Wkkgz de zorgaanbieder verplichtingen oplegt, rust de eindverantwoordelijkheid voor het geheel van de zorgverlening in instellingsverband op de zorgaanbieder, zonder daarmee afbreuk te willen doen aan de, uit de professionele standaard voortvloeiende, eigen verantwoordelijkheid van de persoon die daadwerkelijk zorg verleent. De verplichting een en ander in een overeenkomst met de betrokkenen neer te leggen, doet het meest recht aan die eigen verantwoordelijkheid.