Medische vrijstelling - gezondheidskundige verzorging
Artikel 11, lid 1, letter g, sub 1, a Wet OB bepaalt het volgende: de volgende diensten zijn vrijgesteld:
de diensten op het vlak van de gezondheidskundige verzorging van de mens door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een op dit beroep gerichte opleiding hebben voltooid waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg , voor zover deze diensten tot het gebied van deskundigheid van dit beroep behoren en onderdeel vormen van bedoelde opleiding;
Volgens de Staatssecretaris van Financiën is er sprake van een gezondheidskundige verzorging van de mens als het voornaamste doel van de (para)medische handeling is de bescherming, met inbegrip van instandhouding of herstel, van de gezondheid.
Het moet gaan om medische diensten die worden verricht met geen ander doel dan de bescherming, met inbegrip van instandhouding of herstel, van de gezondheid van personen. Het therapeutisch doel van een medische dienst is zodoende bepalend voor toepassing van de vrijstelling.
Bij de beoordeling van het therapeutisch doel, gaat het niet om de (subjectieve) opvatting van de patiënt, maar om de beoordeling van de behandelend arts. Het bleken van tanden en plaatsen van zgn. facings (het aanbrengen van een laagje of plaatje op tanden) is volgens Hof Amsterdam geen gezondheidskundige verzorging van de mens, maar is in de eerste plaats gericht op een cosmetisch doel: wittere tanden. Dat kan alleen anders zijn bij zeer ernstige verkleuringen en/of afwijkingen van tanden als gevolg waarvan sprake is van een zware psychische belasting bij de betrokken persoon.
De medische vrijstelling is alleen van toepassing als de dienst van de (para)medische beroepsbeoefenaar bestaat in de gezondheidskundige verzorging van een individu. Het moet daarbij gaan om prestaties die door de beroepsbeoefenaar persoonlijk worden verricht aan de individuele patiënt.
Voorbeelden "gezondheidskundige verzorging"
Diagnose, behandeling en genezing van ziekten of gezondheidsproblemen van de mens
Dit betekent dat in het algemeen voor de vrijstelling in aanmerking komen (para)medische handelingen die bestaan in de diagnose (bijv. het verrichten van psychologisch onderzoek door middel van een test door een gezondheidszorgpsycholoog), de behandeling en voor zo veel mogelijk de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen van de mens.
Gericht op preventie
De vrijstelling is ook van toepassing op (para)medische handelingen die worden verricht voor doeleinden van preventie. Dus ook in de gevallen waarin degene die wordt onderzocht of op een andere manier een preventieve (para)medische ingreep ondergaat geen ziekte blijkt te hebben.
Medische analyses
Medische analyses met het oog op de preventieve observatie en preventief onderzoek van een patiënt zijn vrijgesteld. Onder medische analyses valt ook het analyseren van cardiologische gegevens die zijn verkregen via een zgn. holter of vergelijkbare apparatuur.
Voorbeelden geen "gezondheidskundige verzorging"
De staatssecretaris heeft aangegeven wanneer er naar zijn mening geen sprake is van gezondheidskundige verzorging van de mens. Onder andere de volgende diensten vallen daarom niet onder de medische vrijstelling :
- Het afgeven van medische verklaringen, het verrichten van medische onderzoeken en/of het opstellen van medische deskundigenrapporten, ter zake van aansprakelijkheid, schaderaming of ter zake van medische beroepsfouten, ten behoeve van personen die een vordering in rechte overwegen of voor de toekenning van een oorlogspensioen of een invaliditeitsuitkering.
- Medisch advies aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) voor een indicatie voor de Wet sociale werkvoorziening.
- Diensten bestaande uit onderzoek naar en beschrijving van kwaliteitsnormen binnen de gezondheidszorg.
- Internetconsulten, tenzij deze voldoen aan de door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst opgestelde richtlijnen.
- Groepsbehandelingen, tenzij binnen die behandeling iedere persoon wordt behandeld voor een eigen specifieke stoornis of beperking.
- Werkzaamheden op het vlak van organisatieadvies.
- Werkzaamheden door een psycholoog voor werkgevers die erop zijn gericht gedragsveranderingen te bereiken bij werknemers ten aanzien van het verbeteren van het functioneren van deze werknemers.
- Werkzaamheden door een psycholoog op het gebied van relatietherapie.
- Het verrichten van onderzoek naar een psychische oorzaak bij verdachten in een strafzaak door psychologen of psychiaters op verzoek van het Openbaar Ministerie of de rechter.
Voorbeelden "Persoonlijk verrichten"
Van het persoonlijk verrichten van diensten is volgens de staatssecretaris van Financiën sprake als er een rechtstreeks contact is tussen de beroepsbeoefenaar en de patiënt.
Dat kan plaatsvinden:
- in de spreekkamer of telefonisch,
- maar ook via e-mail of
- door middel van chatten tussen de beroepsbeoefenaar en de patiënt.
De medische vrijstelling is ook van toepassing op per telefoon verrichte diensten, die bestaan in het geven van advies over gezondheid en ziekte. Volgens het hof is de plaats waar de zorg wordt verricht niet relevant voor de toepassing van de medische vrijstelling, mits met die diensten een therapeutische doelstelling wordt nagestreefd.
Ook het contact tussen medische beroepsbeoefenaren onderling, waarbij de medische behandeling van de individuele patiënt centraal staat, valt volgens de staatssecretaris onder de vrijstelling.
Voorbeelden "Geen persoonlijk verrichten"
Volgens de staatssecretaris geldt de vrijstelling daarentegen niet als een (para)medische beroepsbeoefenaar:
- via een website algemene, niet op de individuele patiënt gerichte (medische) informatie verstrekt (bijv. algemene informatie over bepaalde ziektebeelden of behandelmethoden)
- een computerprogramma op internet aanbiedt, waarin mensen met (para)medische vragen of klachten door de (para)medische beroepsbeoefenaar opgestelde vragenlijsten kunnen invullen, waarna het computerprogramma een diagnose en/of advies opstelt.
In beide situaties kan niet worden gesproken van gezondheidskundige verzorging van de mens, omdat er geen rechtstreeks contact bestaat tussen de (para)medische beroepsbeoefenaar en de patiënt en dus niet kan worden gesproken van een op een specifieke patiënt gericht onderzoek.
Op deze diensten is de vrijstelling niet van toepassing.
De rechter (Rechtbank Noord-Nederland) heeft geoordeeld dat de door een verpleegkundige aan ouderen verrichte personenalarmeringsdienst niet kan worden aangemerkt als gezondheidskundige verzorging van de mens. De rechter oordeelde dat er weliswaar sprake was van rechtstreeks (telefonisch) contact tussen de verpleegkundige en de oudere, maar dat dit contact niet kan worden beschouwd als gezondheidskundige verzorging. Volgens de rechter vond er tijdens het telefonisch contact namelijk geen diagnostisering of behandeling plaats van een ziekte en/of gezondheidsprobleem, maar werd een eventuele zorgbehoefte gesignaleerd.